Hampi

Dag 5

De vlucht van Mumbai naar Hubli gaat vlot. In onze handbagage kunnen we gewoon drinken meenemen. Na drie kwartier landen we in de namiddag op een piepklein vliegveld (foto) waar we gewoon naar het gebouwtje lopen waar de bagageband al snel onze koffers produceert. 

Daar staat onze taxi klaar. De chauffeur is heel vriendelijk. Als we vragen hoe lang de rit zal duren, zegt hij '3,5 uur'. Wat?? Daar hadden we even niet op gerekend. Maar de rit verloopt prima, ook al zijn er overal werkzaamheden aan de weg waardoor we steeds over slechte en kuilige stukken moeten. Als het al donker is komen we aan Hampi, een klein dorp. Op zoek naar een eetgelegenheid zien we een volle maan en enorme bos takken voor een groot vuur. Daar gaat om half 12 de fik in. 

Dag 6

Het is 21 maart en voor het laatst in maart was het vannacht volle maan, zoals we hadden gezien. Dat betekent twee dagen feest: Festival Holi, ter gelegenheid van het begin van de lente!  Concreet betekent het dat iedereen op straat elkaar met kleurstof besmeurt en elkaar 'happy Holi' wenst. Vanaf ons balkon, waar we ook ontbijten, zitten we het allemaal te bekijken. 

Zodra het op straat wat rustiger is gaan we erop uit om Hampi bij daglicht te verkennen. Het is een dorp met overal kraampjes waar drinken, eten of kleding wordt verkocht. De straten zijn zo stoffig dat mensen er water op gooien. Er lopen overal koeien en honden rond. 

Het bijzondere aan Hampi is dat het midden in een gebied van ongelooflijk veel tempelruïnes ligt die de resten vormen van de vroegere stad Vijayanagar, de hoofdstad van het Vijayanagarrijk.

Hampi ligt aan een rivier vol rotsblokken en 's avonds lopen we erheen. Net nadat ik heb gezwommen komt er een olifant om te baden. Onder begeleiding, dat wel 😉 Als ie klaar is kun je hem een banaan geven die hij meteen opeet en vervolgens zijn slurf op je hoofd legt. Geld geeft ie onmiddellijk aan z'n baas...

Dag 7

Het is snoeiheet, ca 40°C, maar gelukkig is de lucht droog. Vandaag maken we een wandeltocht vanuit het dorp naar de dichtstbijzijnde ruïnes, die in een landschap van rotsblokken liggen. Het is doodstil en het lijkt op een woestijn. Op een gegeven moment lopen we verkeerd en belanden we in de jungle. Tenminste, zo zag het eruit. Gelukkig kwamen we iemand tegen die ons de weg wees. 

's Middags vind ik in een van de kraampjes in het dorp een katoenen T-shirt en dat lijkt me met de warmte beter dan dat synthetische spul dat ik mee heb. Alleen heeft het shirt lange mouwen. Gelukkig heeft de verkoopster, die doof is, een naaimachine en binnen 5 minuten zijn de mouwtjes ingekort. 

's Avonds rond half 7 lopen we ca 1 km naar Matanga Hill, waar je een prachtig uitzicht hebt op de omgeving en de zonsondergang. 

Dag 8

Aan de overkant van de rivier is 'Hippie Island'. Daar willen we natuurlijk ook een kijkje nemen. Voor 20 roepie p.p. (22 cent) worden we per pont overgezet. Daar kun je brommers huren zodat je zelf verder kunt toeren. We huren er eentje en ik rij, met Maurice achterop.

In het gezelschap van een Indiaan (Nich) die ook een brommer heeft gehuurd rijden we naar 'de watervallen'. Wanneer we daar aankomen blijken ze droog te staan, omdat het het eind van het droge seizoen is. Dan maar naar een meertje. Het standje erbij ligt bezaaid met kleren: een restant van het festival Holi.

Daarna rijden we door naar een van de Hindutempels die nog wordt gebruikt. Ik loop er op mijn slippers in, maar dat is ten strengste verboden. Ik moet op blote voeten via het terras naar binnen. Maar de tegels van het terras die in de zon liggen zijn zo heet, dat ik hardlopend naar binnen ga. 

Daarna nemen we al gauw afscheid van Nich, en brommeren we met z'n tweeën verder. Het landschap is veel groener en stiller dan aan de andere kant van de rivier. 

In de middag besluiten we met een van de talloze tuktuks daar, een ritje te maken naar de eeuwenoude ruïnes die verder weg liggen en die we nog niet gezien hebben. 

Dag 9